Maandelijks archief: april 2013

Marokkanendebat

Tot de grote schande van Nederland heeft ons Parlement zich verlaagd tot het houden van een zogenaamd ‘Marokkanendebat’. De pointe van dit debat wordt geacht te zijn een bespreking van het ‘Marokkanenprobleem’, waarmee vermoedelijk bedoeld wordt de proportioneel hogere bijdrage van jonge Marokkanen aan de misdaad in Nederland, en misschien ook problemen met de integratie. Hoewel verschillende Marokkaanse organisaties het terecht hebben afgedaan als een stunt van de PVV en de overige partijen verzochten niet deel te nemen, heeft, voor zover ik weet, alleen GroenLinks er gehoor aan gegeven. Zoiets bespottelijks en uitgesproken stigmatiserends als een ‘Marokkanendebat’ creëert ook inderdaad een strategisch probleem. Stel een partij zou een ‘Jodendebat’ voorstellen: zou het beter zijn niet te komen opdagen, en daarmee de zaak niet te legitimeren maar het risico te lopen dat de racistische partij onbeperkt zijn gang kan gaan, of is het beter de polemiek aan te gaan met het gevolg dat het precies als probleem de realiteit krijgt – tenminste in de publieke opinie en in de media – die het niet verdient? Mijn neiging is tot het eerste, maar beide standpunten lijken me verdedigbaar.

Wat niet verdedigbaar is is de grondslag van het zogenaamde debat zelf: het idee van een Marokkanenprobleem. We kunnen het als een veeg teken beschouwen van de salonfähigkeit van racisme in het hedendaagse Nederland dat het praten over hele bevolkingsgroepen als een ‘probleem’ vanzelfsprekend wordt gevonden. Sterker nog, iedere kritiek op het concept van het ‘Marokkanenprobleem’ zelf wordt onmiddelijk beantwoord door duizenden loeiende kleinburgers als een poging de ondergang van Nederland te verdoezelen of ‘de zaken niet te benoemen’. Dit is van meet af aan totale flauwekul: de problemen worden zo uitentreure ‘benoemd’ in de media, het Parlement, en overal in het nieuws dat ze veel groter lijken dan ze werkelijk zijn. Al jaren en jaren doen we niets anders in Nederland dan de zogenaamde problemen met de migranten, veelal in Nederland geboren staatsburgers, te ‘benoemen’. Dit heeft ons vooralsnog nul komma nul opgeleverd: niets op het gebied van misdaadbestrijding, niets op het gebied van integratie, niets op het gebied van sociaaal-economische ontwikkelingen. Helemaal niets behalve een enorme ontwikkeling van racistische en extreem-rechtse blaaskakerij die nu zo genormaliseerd is dat mensen raar opkijken als je níet in collectieve schuld blijkt te geloven.

Maar laten we dan inderdaad de zaken eens benoemen, als men dat zo graag wil. Als wij bijvoorbeeld naar misdaad kijken en de betreffende statistieken er op na slaan, zie je al snel wat het werkelijke probleem is: een mannenprobleem. Volgens CBS StatLine waren er in Nederland in 2011 375.260 verdachten van misdrijven, waarvan 314.090 mannen waren: een percentage van 83.7%. En dat terwijl mannen slechts de helft van de bevolking uitmaken (en vermoedelijk zelfs iets minder dan de helft). De vrouwelijke bijdrage is dan dus 16.3%. Vergelijk dat met de oververtegenwoordiging van allochtonen. Onze eigen Bert Brussen schrijft ons (met vreemd genoeg een iets ander totaal aan verdachten) het volgende: van een hier genoemd totaal van 261.370 verdachten waren er 137.150 autochtoon (52.5%) en 119.740 allochtoon (45.8%). (Het restant heeft geen geregistreerde afkomst.)

Dat wil zeggen dat er per 10.000 autochtonen 115 verdachten zijn (1.15%) en per 10.000 allochtonen zijn er 305 verdachten (3.05%). Je ziet dus dat de allochtonen naar verhouding ongeveer 2.65 keer zoveel misdaden plegen als de autochtonen. Maar je ziet ook dat mannen naar verhouding 5.13 maal zoveel misdaden plegen als vrouwen! Hoezo dus geen mannendebat? Daar kunnen we nog aan toevoegen dat mannen verantwoordelijk zijn voor nog eens een groter percentage geweldsmisdrijven; dat mannen meer oorlog en geweld veroorzaken en daar vaker aan deelnemen, dat mannen er al duizenden jaren een gevaarlijke, totalitaire, onderdrukkende ideologie op na houden die niet rust totdat iedereen bedwongen is (patriarchaat)… Kortom, hoog tijd dat we deze gevaarlijke bevolkingsgroep eens serieus onder de loep nemen. Je wilt toch niet de werkelijkheid ontkennen? Je moet de problemen toch benoemen? Of niet soms?

Het moge duidelijk zijn uit dit voorbeeld hoe volstrekt kunstmatig het gebruik van statistieken is om een bepaalde bevolkingsgroep zwart te maken. Ik wil niet werkelijk verdedigen dat er een mannenprobleem is (in ieder geval niet in deze termen), maar laten we dan ook inzien dat het opportunistisch gebruik van misdaadcijfers precies dat is, een politiek instrument, niet een kwestie van een objectief ‘probleem’ dat we moeten ‘benoemen’. Zoals Angela Ettema terecht heeft opgemerkt, is er in Nederland veeleer sprake van een racismeprobleem. In plaats van zinloze vragen te stellen als ‘waarom zijn Marokkanen een probleem?’, moeten we ons afvragen waarom zoveel van ons van hele bevolkingsgroepen een probleem willen maken. Waar komt deze angst vandaan? Er heerst in Nederland duidelijk een sfeer van angst en wederzijdse intimidatie, terwijl dezelfde zo te pas en te onpas gebruikte misdaadcijfers daar geen aanleiding toe geven – de misdaad is historisch laag en daalt al jaren. Dat met de huidige crisis, de meest ernstige sinds de Grote Depressie, er nog sprake kan zijn van tijdverspilling over een ‘Marokkanenprobleem’ is een indicatie van een diepgewortelde angst over de Nederlandse positie in de wereld.

Mijn suggestie is deze: de Marokkaan of de allochtoon is slechts een spookbeeld, een reflectie van de angst van veel Nederlanders. Angst over de afnemende positie van Europa in de wereld en daarmee van Nederland, op politiek en op economisch vlak. Angst over de enorme competitie tussen mensen die jaren van neoliberaal beleid geschapen heeft, en de moeite die veel mensen hebben om daar mee om te gaan, zowel sociaal als economisch. Dit was ook vóór de huidige crisis al merkbaar. Angst ook voor een gevoel van verlies: Nederland is zo lang zo relatief welvarend en vredig geweest, dat verandering alleen maar achteruitgang kan betekenen. Vandaar dat de PVV effectief een hetze tegen migranten combineert met een sterk nostalgisch verhaal, een symboliek van fietsen, kanalen en windmolens, in de sfeer van ‘toen het leven nog gelukkig was’.

Nederland heeft lange tijd in geopolitiek opzicht zelfingenomen in een cocon geleefd, tevreden slapend en alleen zo nu en dan de kop uit stekend om anderen de les te lezen over hun gebrek aan morele verantwoordelijkheid en ‘tolerantie’. Maar nu blijkt dat de wereld echt bestaat, dat migratie en globale economische veranderingen ook Nederland betreffen, en dat er niets zeker is aan onze positie. Dat is het gevoel dat Nederlanders werkelijk vrezen, niet de Marokkaan of de Surinamer. Nederland is als een tiener die op zichzelf moet gaan wonen en voor zichzelf moet zorgen, en bang is om volwassen te worden.

Advertentie

2 reacties

Opgeslagen onder Politiek